datum/tijd | evenement |
---|---|
Drie Koningen (Balthasar, Melchior & Caspar), Het Oosten; pelgrims; † 30(?). Afbeelding H. Drie Koningen 1513. Schilderij door Jakob van Utrecht. Duitsland, Berloz, Gemälde Galerie. Feest 6 januari ‘Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, onder koning Herodes, kwamen er magiërs uit het oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: “Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn hier om hem te huldigen”.’ Aldus Mattheus in het tweede hoofdstuk van zijn evangelie. We horen verder hoe Herodes verschrikt bij dit bericht; hoe zijn raadslieden op grond van de oude profeten weten te vertellen dat de nieuwe koning in Bethlehem geboren moet zijn, en hoe de wijzen het kind hulde brengen en geschenken aanbieden: wierook, goud en mirre. Tenslotte wordt hun geopenbaard dat Herodes het kind zoekt te doden. Met het gevolg, dat ze niet meer bij hem langs gaan, maar via een omweg terugkeren naar huis. In de liturgie wordt dit feest genoemd de Openbaring des Heren (aan de – niet-joodse volkeren; in het Grieks Theofanie); de volksmond spreekt over het feest van Drie Koningen. Vervulling van oude voorspellingen Dit verhaal geeft aan Mattheus de mogelijkheid te laten zien hoe in Jezus allerlei verhalen en voorspellingen uit het Oude Testament bewaarheid worden: 1] De wijzen worden drie koningen en krijgen namen Afgebeeld Hun relieken Er zijn twee bisschoppen van Milaan geweest met de naam Eustorgius. De eerste stierf in de dertiger jaren van de 4e eeuw. Hij kan geen leerling van Ambrosius geweest zijn, want die werd gedoopt en als bisschop ingehuldigd in 374. De tweede stierf rond het jaar 518. Ook hij kan geen leerling van Sint Ambrosius geweest zijn: die stierf immers al in 397 (feest 7 december). Hier zien we dus hoe de legende verbanden legt tussen bekende gegevens, zonder zich te bekommeren om de historische juistheid. Klinkt het woord ‘bisschop van Milaan in oude tijden’, dan herinnert dat meteen aan de beroemde bisschop Ambrosius; dan moet diens naam ook vallen in het verhaal; dan maak je de bisschop over wie jij aan het vertellen bent, Eustorgius, tot diens leerling… Volgens een andere middeleeuwse legende werden de relieken van de drie koningen naar Milaan overgebracht door bisschop Arsacius van Milaan († 5e eeuw; feest 12 november). De legende weet ook nog te vertellen dat Eustorgius met de relieken van de Drie Koningen ook de koperen slang van Mozes vanuit Constantinopel naar zijn bisschopsstad meegebracht. Hoe dan ook, de relieken van de Drie Koningen bleven in de stad Milaan tot in de 12e eeuw. Legende van de overbrenging der Drie Koningen naar Keulen De tocht van de Drie Koningen naar Keulen was vol gevaar. Rainald moest op zijn hoede zijn, want ook anderen hadden het gemunt op zijn kostbare schat. Van Milaan ging het eerst richting Bourgondië; vandaaruit ging het in ononderbroken dag- en nachtmarsen recht naar het noorden. De sporen van de tocht werden overal zorgvuldig uitgewist. De hoeven werden achterstevoren onder de zolen van rij- en trekdieren geslagen. Tegelijkertijd werd een schitterend vervoer op touw gezet van omgekomen Duitse pelgrims, vanuit Milaan naar Keulen. Allemaal om roofgierigen te misleiden. Slechts hier en daar vindt men nog een spoor van de eigenlijke route. In Estrabonne bij Besançon bevindt zich nog een wonderdadige driekoningenput; in Longueville, precies één dagreis verder: een driekoningenpoort; en opzij van de route in een huis in Schwäbisch Gmünd een inschrift: ‘Als men vanaf Christus’ geboorte 1164 jaren verder telt, werden de Heilige Drie Koningen van Milaan vervoerd; ze lagen één nacht in dit huis.’ Aangekomen te Remagen zond Rainald boodschappers vooruit om te melden dat ze eraan kwamen. Op 23 juli 1164 trok hij plechtig zijn rijkversierde stad Keulen binnen; er was zo’n toeloop van volk, ridders, edelvrouwen en geestelijken, dat men zoiets nog nooit eerder had gezien; en men besloot dit feest elk jaar te herhalen. Patronaten Verder zijn ze de patroons van de pelgrims, weggebruikers, de reizigers en de reizende kooplieden wat voor een handelsstad aan de Rijn als Keulen in de Middel-Eeuwen was zeer goed uitkwam. Bovendien zijn ze patroons van speelkaartenmakers, en wordt hun voorspraak ingeroepen tegen onweer en epilepsie. In de oosterse kerken Gebruiken Kinderen die op deze dag – 6 januari – geboren werden gaf men in vroeger tijden wel de naam van het feest mee: Theofano, Theofanou, waaruit de ons bekende naam Tiffany ontstond. Op deze dag wordt in Frankrijk het feest van de Koningen gevierd. Er wordt een taart gebakken met een boon erin; wie in zijn stuk de boon aantreft, mag die dag verder koning zijn. Elders worden kinderen verkleed als Drie Koningen en trekken zingend langs de deuren. In de Duits sprekende landen zegent men op deze dag de toegang tot het huis om geluk af te smeken over het nieuwe jaar. De zegenspreuk luidt in het Latijn: ‘Christus benedicat mansionem’ (= moge Christus dit huis zegenen); met gewijd krijt schrijft men de eerste letters van deze drie woorden boven de deur: de C, de B en de M. Later zag men deze letters aan voor de eerste letters van de Drie Koningen: Caspar, Balthasar en Melchior. (Zelfs wanneer men in de zomer op vakantie gaat, ziet men in Zuid-Duitsland op vele plaatsen de letters nog boven de deur staan). In gezinnen waar met Kerstmis het stalletje wordt gezet (vooral in Rooms-Katholieke milieus), worden vandaag de beeldjes van de Drie Koningen helemaal naar voren geplaatst tot vlak bij de kribbe. Het is de laatste dag dat het stalletje blijft staan; vanavond wordt het opgeruimd. |
|
![]() |
Powered by Events Manager