Jacobus Apostel Maior (ook de Meerdere of de Oudere), Santiago, Spanje; martelaar met zijn bekeerling, de schriftgeleerde Josias; † ca 44.

Afbeelding van Jacobus

Begin 17e eeuw. Sculptuur. Nederland, Venray, St-Petrusbandenkerk.
Jacobus met pelgrimstaf.

http://www.heiligen.net/afb/07/25/07-25-0044-jacobus_5.jpg

Feest 25 juli [& 15 november (Griekse kerk) & 27 (voorheen: tezamen met zijn broer de apostel Johannes) & 28 december (armeense kerk); 4 januari (synaxis apostelen oosterse kerk) & 12 (koptische kerk) & 30 april (oosterse kerk) & 24 mei (terugvinding relieken te Verona op de Monte Grigiano) & 30 juni (synaxis apostelen)]

Hij was één van ‘de twaalf’; de kring van Jezus’ meest intieme leerlingen. Om hem te onderscheiden van de andere Jacobus uit de Twaalf, wordt hij ‘Maior’, ‘de Meerdere’ (= de oudere) genoemd. Ook zijn jongere broer Johannes, de latere evangelist, hoorde daartoe. Zij waren zonen van Zebedeus, een welvarende visser uit het plaatsje Bethsaïda aan het Meer van Gennesareth; hun moeder heette Maria Salome.

Markus vertelt, hoe hij en Johannes Jezus’ leerlingen waren geworden. ‘Toen Jezus eens langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en de broer van Simon, Andreas, terwijl ze bezig waren het net uit te werpen in het meer; zij waren namelijk vissers. Jezus sprak tot hen: “Komt, volgt Mij; Ik zal maken, dat je vissers van mensen wordt. Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem. Iets verder gaande zag Hij Jacobus, de zoon van Zebedeus, en diens broer Johannes; ook zij waren in de boot bezig hun netten klaar te maken. Onmiddellijk riep Hij hen. Zij lieten hun vader Zebedeus achter en volgden Hem’ (Markus 01,16-20).

Johannes en Jacobus worden in de evangelies ook wel ‘zonen van de donder’ genoemd (Markus 03,17). Zou vader bars of driftig van karakter geweest zijn? Of zijzelf? Dat zij inderdaad nogal drastisch te werk konden gaan, wordt verteld in het verhaal, dat Jezus en zijn leerlingen in een Samaritaans dorp niet ontvangen werden, omdat Jeruzalem hun reisdoel was. Gastvrijheid was in die dagen een sociale verplichting. Maar nu was er dus niemand die hen uitnodigde voor de nacht. ‘Toen de leerlingen Jacobus en Johannes dit gewaar werden, vroegen ze: “Heer, wilt U dat wij vuur van de hemel afroepen om hen te verdelgen?” Maar Hij keerde zich om en wees hen op strenge toon terecht’ (Lukas 09,54-55).

Volgens Mattheus kwamen de twee op een keer met hun moeder op Jezus af en wierpen zich aan zijn voeten ten teken dat zij iets te vragen hadden. Hij vroeg aan moeder: “Wat verlangt u?”
Waarop zij antwoordde: “Laat deze twee jongens van mij in uw koninkrijk zitten één aan uw rechterhand en één aan uw linkerhand.”
Moeder had blijkbaar een grote carrière voor ogen. Tot woede van de andere tien. Het was de aanleiding voor Jezus iets te zeggen over ware grootheid: “Wie onder jullie groot wil worden, moet dienaar van jullie zijn” (Mattheus 20,20-28).

Met Petrus en Johannes maakte Jacobus deel uit van het groepje van drie apostelen dat getuige was van een aantal grote momenten uit Jezus’ leven. Ze mochten erbij zijn, toen Jezus Jaïrus’ dochtertje uit de dood deed opstaan (Markus 05,35-43); ze waren bij Jezus’ gedaanteverandering op de berg (Markus 09,02-08) en op de vooravond van zijn lijden en dood in de tuin van Gethsemani, waar Jezus zich afzonderde om in doodsangst tot zijn Vader te bidden (Markus 14,32-34).

Volgens de Handelingen van de Apostelen werd Jacobus op last van koning Herodes met het zwaard gedood (Handelingen 12,02). Dat moet omstreeks het jaar 44 gebeurd zijn. Over de oorzaak van deze terechtstelling zeggen de Handelingen niets, maar de legende weet te vertellen dat hij weigerde met koning Herdodes in debat te gaan. Hij is de eerste martelaar in de kring van de Twaalf.

Legende

Volgens de legende zou de apostel Jacobus na Pinksteren naar Spanje getrokken zijn om daar het evangelie te verkondigen. Hij landde in Andalucía en trok al predikend naar Galícia. Zijn moeder Salome vergezelde hem. Zijn prediking had weinig succes. Hij wist maar acht (sommigen zeggen: negen) volgelingen voor Christus te winnen. De twee trouwste vrienden onder hen heetten Athenasius en Theodorus.

Keizer Karel († 814; feest 28 januari) zag de latere pelgrimsroute (El Camino), waar zo vele bedevaartgangers langs zouden trekken. Waarschijnlijk heeft de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela aan deze legende zijn bijnaam ‘Melkweg’ te danken: Karel schouwde de weg immers aan de sterrenhemel.

Verering & Cultuur

België

Jacobus is patroon van Luik en Sint-Jacobs-Kapelle (gem. Diksmuide). Hij heeft kerken in Bande (Belg. Ardennen) en Messancy (Belg. Ardennen); een kapel in Brussel-Koudenberg en Fontenaille.

Nederland

Jacobus is patroon van de steden Den Haag, Leeuwarden en Sint Jacobiparochie.

Verder zijn er Jacobuskerken in Akersloot, Bocholz, Den Bosch, Den Dungen, Den Haag, Egchel, Enschede, Fijnaart, Geldert bij Ulvenhout, Haarlemmerliede (vanaf 1276), Hunsel, Kabauw, Kethel bij Schiedam (vanaf 1084), Lonneker, Lopik, Maasdijk, Nijmegen (met Johannes), Oude-Wetering, Roosteren, Schipluiden, Siegerswoude, Sint-Jacobiparochie, Spaarnwoude, Teroele, Tuitjenhorn, Uithuizen, Utrecht, Valburg, Venlo (kapel), Vlissingen, Warstiens, West-Zwaag, Winterswijk, Wommels, Zeeland en Zwaagdijk.

Voorts zijn er Jacobusverzorgingstehuizen in Amsterdam, Roelofarendsveen en Zeeland, een ziekenhuis in Zwijndrecht; Drunen heeft een Jacobushof, Roermond een plaats.

Spanje

Jacobus is patroon van Spanje en van de stad Santiago de Compostela, waar zich ook de beroemde bedevaartskerk bevindt.

Beroepen en Bezigheden

Hij is patroon van pelgrims, bedevaartgangers, reizigers en mensen onderweg; vandaar uit ook voor schippers en binnenschippers (in de middeleeuwen o.a. te Antwerpen en Gent), en wellicht in het verlengde daarvan weer van vissers (Nieuwpoort, België); van ridders, paardrijders en ruiters; van krijgers, soldaten en oorlogvoerenden; van waskaarsenmakers (omdat pelgrims vaak waskaarsen brandden bij een beeld van Sint Jacobus); van hoedenmakers (omdat pelgrims een insigne op hun hoed of kleding bevestigden; o.a. te Brussel en Turnhout), dus ook van kousenmakers, lakenwevers (Brugge), lakensnijders (Brugge) en lakenververs (Gent), van bontbewerkers; ook van lorrenboeren (bv. Brussel) en voddenkooplui (omdat de pelgrims er vaak nogal haveloos bijliepen); in het verlengde daarvan ook van lastdragers, dagloners, arbeiders en behoeftigen; van apothekers en drogisten (omdat je bij hen net als bij Jacobus voor alle kwalen terecht kon); van molenaars (vanwege de oogsttijd (zie de weerspreuken); en tenslotte van de kettingsmeden (?).

Zijn voorspraak werd ingeroepen tegen allerhande ziekten, m.n. reumatiek; voor het gedijen van appels (de eerste appels van het jaar heetten sint-jakobsappels) en van rogge (omstreeks Sint-Japik begint de roggeoogst); voor goede oogst en mooi weer.

Jacobus wordt afgebeeld als pelgrim: lange mantel, breedgerande hoed, staf, reistas, drinkfles. Op zijn hoed en op zijn borst is de pelgrimsschelp te zien. Deze St-Jakobsschelpen werden door de pelgrims aangetroffen op het strand bij Santiago en als souvenirs meegenomen, meestal vastgenaaid op de hoed of een andere opzichtige plek op de kleding. Het werd het pelgrims- en trekkersinsigne bij uitstek. In onze eeuw heeft de oliemaatschappij Shell datzelfde beeldmerk overgenomen; men vindt het bij alle benzinepompen: symbool immers van mensen onderweg. Wie in de middeleeuwen dergelijke schelpen droegen, stonden onder de persoonlijke bescherming van Sint Jacobus en waren haast onschendbaar.

Op afbeeldingen die ouder zijn dan de 9e eeuw of daarop geïnspireerd zijn, draagt Jacobus nog wel eens zwaard: het instrument waarmee hij gedood is. Na de 14e eeuw is het zwaard definitief vervangen door een pelgrimsstaf.