Skip to content

11 jun - zondag
Hele dag

Van


Barnabas (ook Barnabé) Apostel (ook van Cyprus), Salamis op het eiland Cyprus, Griekenland; apostel & martelaar; † 1e eeuw.

Afbeelding H. Barnabas
1920. Glasschilderkunst België, Brugge, St-Salvator

http://www.heiligen.net/afb/06/11/06-11-0100-barnabas-apostel_2.jpg

Feest 11 juni

Hij was van joodse afkomst uit de stam Levi, heette oorspronkelijk Jozef Justus en was afkomstig van Cyprus, waar zijn ouders een groot landgoed hadden. Zij stuurden hem naar Jeruzalem om – net als Paulus – in de leer te gaan bij de grote rabbi Gamaliël († ca 88; feest 3 augustus). Hoewel hij niet behoorde tot de Twaalf, wordt hij toch gerekend tot Jezus’ eerste leerlingen. De overlevering is ervan overtuigd dat hij zich bevond onder de (tweeën)zeventig, die de Heer voor zich uitzond (Lukas 10,01). Na Jezus’ hemelvaart had hij have en goed verkocht om zich voorgoed bij zijn aanhangers aan te sluiten. Door de vervolgingen van de kant der joden, had hij zich genoodzaakt gezien met een aantal medeleerlingen uit te wijken naar de Syrische stad Antiochië, waar Jezus’ leerlingen voor het eerst ‘christenen’ genoemd werden (Handelingen 11,26).

In de Handelingen van de Apostelen horen we herhaaldelijk over hem. Daar wordt hij beschreven als ‘een goed man, vol van Heilige Geest en geloof. Veel mensen werden voor de Heer gewonnen.’ Vandaar, dat hij van Jezus’ medeleerlingen de bijnaam Barnabas (= ‘Zoon van de Vertroosting’) had gekregen (Handelingen 04,36). Hij was het, die Paulus na zijn omstreden bekering bij de leerlingen introduceerde (Handelingen 09,27). Op Paulus’ eerste zendingsreis was hij diens trouwe metgezel.

Hij moet ook een imposante verschijning geweest zijn. Anders is het niet te verklaren, dat de inwoners van het kleine boerendorp Lystra, gelegen in het midden van het huidige Turkije, hem voor een personificatie van de oppergod Zeus hielden.

Paulus & Barnabas in Lystra

Er was in Lystra een man die geen kracht in zijn voeten had en moest blijven zitten. Hij was van zijn geboorte af lam en had nooit kunnen lopen. Terwijl die man naar Paulus ‘ toespraak luisterde, keek deze hem onderzoekend aan en zag dat hij het geloof bezat om gered te worden.

Daarom sprak hij met stemverheffing: “Ga op uw voeten staan, recht op!”
De man sprong op en liep rond.

Toen de mensen zagen wat Paulus gedaan had, begonnen ze te schreeuwen en riepen in het Lykaonisch: “De goden zijn in mensengedaante tot ons neergedaald.”

Barnabas noemden ze Zeus, en Paulus, omdat hij de woordvoerder was, Hermes. De priester van de tempel Zeus-buiten-de-stad bracht bekranste stieren naar de poorten en wilde samen met het volk een offer gaan opdragen. Toen de apostelen Barnabas en Paulus dit vernamen, scheurden ze hun kleren en stortten zich tussen het volk, luid roepend:

“Mannen, wat gaat ge nu beginnen? Ook wij zijn mensen, juist als gij. Wij brengen u de Blijde Boodschap dat gij u af moet keren van deze waardeloze goden en u wenden tot de levende God, die de hemel en de aarde gemaakt heeft en de zee en alles wat daarin is. In voorbije tijden liet Hij alle volken hun gang gaan, maar Hij heeft niet nagelaten getuigenis van zichzelf te geven door het schenken van weldaden: vanuit de hemel schonk Hij u immers zegen en vruchtbare jaargetijden en verblijdde u met overvloed van voedsel.”

Maar zelfs deze woorden konden het volk er maar nauwelijks van weerhouden hun een offer op te dragen.
[Handelingen 14,08-20]

Op het zogeheten Apostelconcilie te Jeruzalem van het jaar 49 streden Barnabas en Paulus ervoor, dat de christenen uit het heidendom niet aan alle voorschriften van de joodse Wet onderworpen hoefden te worden. En met succes.

Aan het begin van de Tweede zendingsreis kreeg hij ruzie met Paulus. Hij wilde zijn neefje Johannes Markus meenemen, maar Paulus was erop tegen, omdat Markus hen destijds in Pamfilië in de steek had gelaten. De onenigheid liep zo hoog op, dat sindsdien hun beider wegen zich scheidden (Handelingen 15,37-39). Later nam Barnabas Johannes Markus mee naar Cyprus.

Vanaf dat moment horen we niets meer over ‘de Zoon der Vertroosting’. Volgens oude overleveringen zou hij op zijn geboortegrond door Joden zijn gestenigd. Andere bronnen weten te vermelden, dat hij voor die tijd nog werkzaam is geweest in Griekenland en Rome en dat hij zelfs enige tijd bisschop was in Milaan. Sint Carolus Borromeus († 1584; feest 4 november) noemt hem in zijn preken steevast ‘de stichter van de kerk van Milaan’. De stad heeft tot op de dag van vandaag een San Barnaba-kerk die aan hem is toegewijd.

Verering & Cultuur
Een van de oudste christelijke documenten is de zogeheten Barnabasbrief. Waarschijnlijk heeft de schrijver hem op naam van de gewaardeerde apostel gezet om zo meer gezag te krijgen, in die tijd een niet ongebruikelijke methode. Volgens geschiedkundigen is de brief waarschijnlijk geschreven in de Egyptische stad Alexandrië, ergens tussen 95 en 130; te laat dus om inderdaad van de hand van Barnabas zelf te kunnen zijn.

In de jaren 485/486 zou te Salamis op Cyprus Barnabas’ graf herontdekt zijn. Volgens zeggen trof men in de sarcofaag een afschrift aan van het Mattheus-evangelie, waarvan men geloofde, dat Barnabas het eigenhandig had afgeschreven. Keizer Zeno zou vervolgens zijn relieken, inclusief het evangeliehandschrift hebben overgebracht naar de St.-Barnabaskerk in Constantinopel.

De naam van Barnabas klinkt door in de orde van de Barnabieten. Deze werd in 1530 gesticht door Sint Antonius Maria Zaccaria († 1539; feest 5 juli). De eigenlijke naam luidt Orde van de Reguliere Klerken van Sint Paulus, maar omdat zij verbonden waren aan de Milanese San Barnaba-kerk, werden zij Barnabieten genoemd. In 1533 volgde de officiële erkenning door paus Clemens VII († 1534).

Patronaten
Barnabas is patroon van Cyprus, Florence en Milaan; daarnaast van kuipers en wevers. In de Bourgondische stad Paray-le-Monial waren de snijders en kleermakers verenigd in een St.-Barnabasbroederschap.

Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen inslag van hagel (houdt verband met de steniging waardoor hij de marteldood zou hebben ondergaan) en als vredestichter.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als apostel; baard en reisstaf; houdt het evangelie van Matteüs in de hand (werd immers in zijn graf gevonden); stenen of keien in de hand (steniging); brandstapel; met lans en een enkele keer met bijl of hellebaard; met olijftakje in de hand (vooral in Florence: vredes- en zegeteken); kerkmodel.