Skip to content

30 mei - dinsdag
Hele dag

Van


Jeanne (ook Johanna, bijgenaamd La Pucelle) d’Arc (ook Darcia, van Orléans), Rouen, Frankrijk; mystica; † 1431.

Afbeelding H. Jeanne d’Arc
Jeanne d’ Arc hoort de stemmen van de aartsengel Michaël (midden achter)
en van de heiligen Margareta en Catharina (links en rechts).
ca 1930, glasschilderkunst. Frankrijk, Bretagne, Porspoder, St-Budoc.

http://www.heiligen.net/afb/05/30/05-30-1431-jeanne_1.jpg

Feest 30 mei.

 Zij werd geboren op 6 januari 1412 in het Franse plaatsje Domrémy (thans Domrémy-la-Pucelle, Lotharingen).

 De naam Domrémy is een verbastering van Dom (= Dominus: latijn voor ‘Heer’) en Rémy (= Remigius, de patroonheilige van het gebied rond Reims).

 Zij was herderinnetje in de tijd dat Frankrijk door de Engelsen bezet werd gehouden. Op zeventienjarige leeftijd hoorde zij stemmen. Zelf meende zij, dat ze van engelen afkomstig waren, maar de stemmen maakten zich bekend als Sint Margaretha van Antiochië en Sint Catharina van Alexandrië. Deze beide heilige vrouwen gaven haar de opdracht om als zieneres Frankrijk te bevrijden. Daartoe moest ze contact opnemen met de kroonprins van Frankrijk, Karel VII, en hem ertoe aansporen de Franse troon in bezit te nemen. Daar had hij recht op.

Daarop vroeg zij audiëntie aan bij Karel en liet hem weten, dat de tijd rijp was om met Gods hulp de Engelsen uit Frankrijk te verdrijven. Aangestoken door Jeanne’s enthousiasme en innerlijke kracht, besloot hij inderdaad tegen de Engelsen ten strijde trekken. Jeanne stond erop om mee te vechten; zodoende werd zij zoiets zeldzaams als een vrouwelijke ridder. Vanaf dat moment week zij niet meer van Karels zijde.

Op 8 mei 1429 sloeg het Franse leger onder aanvoering van Jeanne het beleg voor de stad Orléans; op 18 juni werd bij Patay, in het Loiregebied, aan de Engelsen een vernietigende slag toegebracht. Volgens zeggen sneuvelen er 2000 Engelsen tegen 3 (!) Fransen.

Jeanne was in één klap de nationale heldin van Frankrijk. Sindsdien kreeg zij de eretitel ‘De Maagd van Orléans’ (La Pucelle d’Orléans). Zij wist de koning ervan te overtuigen, dat hij nu onmiddellijk de stad Troyes moest belegeren: “Over drie dagen laat ik u die stad binnentrekken, door middel van liefde, kracht, of moed.” Inderdaad trok Karel op 10 juli als overwinnaar de stad Troyes binnen. De machthebbers kwamen hem de sleutels van de stad overhandigen. Op 17 juli van datzelfde jaar werd Karel in aanwezigheid van Jeanne in de kathedraal van Reims officieel door kerkelijke en wereldlijke machthebbers tot koning van Frankrijk gekroond.

Jeanne deelde in de glorie van de overwinning en werd beschouwd als een nieuwe Judith, de vrouw uit de geschiedenis van Israël, die ook de machtige vijand – letterlijk – een kopje kleiner maakte.

Op 8 september 1429 leidde zij het beleg van Parijs. Er is een brief van haar hand bewaard van 9 november, waarin zij de inwoners van Riom om wapens en andere middelen vroeg om het nabijgelegen Charité-sur-Loire te kunnen belegeren.

Maar op 24 mei 1430 werd zij nabij Compiègne door Bourgondiërs gevangen genomen, aan de Engelsen uitgeleverd en door hen stevig achter slot en grendel geplaatst. Op grond van valse beschuldigingen werd zij door een tribunaal van Engelse kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders als ketter ter dood veroordeeld. Op 30 mei 1431 stierf zij op de brandstapel in Rouen op de huidige Place du Vieux-Marché, door haar vroegere Franse collega’s volkomen in de steek gelaten; veroordeeld als ketter, maar eigenlijk om haar strijd tegen de Engelsen; belachelijk gemaakt en gewantrouwd om de stemmen die haar tot alles zouden hebben aangezet. Haar as werd in de Seine gegooid.

Verering & Cultuur
Op 7 november 1455 gaf paus Calixtus III opdracht haar zaak opnieuw te onderzoeken. Hij wilde weten wat er waar was van de hardnekkige geruchten, dat Jeanne een heilige was. Jeanne’s moeder, Isabelle Romée, kwam met haar twee zoons naar de Notre Dame te Parijs om getuigenis af te leggen en eerherstel voor haar dochter af te smeken. Mede daardoor werd een jaar later door paus Calixtus het kerkelijk vonnis over haar herroepen. Posthuum werd zij in ere hersteld.

Haar heiligverklaring volgde op 16 mei 1920 onder paus Benedictus XV. Dat is opmerkelijk aangezien zij tot oorlogen heeft aangespoord. Maar het is dan ook niet om haar militaire en politieke activiteiten dat zij te boek staat als heilige, maar om het feit, dat zij als mystiek begaafde vrouw gehoor gaf aan hemelse stemmen.

Patronaten
Zij is patrones van Frankrijk (sinds 1922); van de steden Orléans en Rouen; van soldaten en van vrouwen in nood. Daarnaast is zij patrones van de radio en de telegrafie (vanwege de stemmen die ze hoorde). Haar voorspraak wordt ingeroepen in momenten van angst om vrees te overwinnen.

Afgebeeld
Zij wordt afgebeeld als jonge vrouw; nu eens gekleed in mannenkleren, dan weer in militair tenue (met harnas, lans of zwaard; draagt zij een helm, dan met open vizier); te paard; met visioenen; op de brandstapel.

Zij leeft voort in de wereldliteratuur; Schiller beschreef haar leven idealistisch, Bernard Shaw ironisch, Brecht als exponent van de klassenstrijd en Charles Péguy als een heilig mysterie. In het begin van de dertiger jaren maakte de Deense cineast Carl Dreyer een film over haar, die beroemd is geworden, omdat daarin voor het eerst gebruikt wordt gemaakt van de close-up. De Zwitserse componist Arthur Honegger componeerde het zangspel ‘Jeanne d’Arc au Bûcher’. Georges Rouault schiderde ‘Onze Jeanne’ als een heilige die te paard naar de hemel opkijkt.

In Frankrijk is zij intussen symbool geworden van de extreem rechts-nationalistische ideologie.

____________________________________________________________________________

Dimfna (ook Damhnait, Damnat, Digna, Dymphna, Dympna en Dympne) van Geel, Kempen, België; prinses? & martelares tezamen met de priester Gerebern (ook Genebern, Genebrard, Gerbert, Géréberne, Gerebert(us), Gerebrand, Gerenbert of Gernbert); 7e eeuw

Afbeelding H. Dimfna van Geel
ca 1925. Glasschilderkunst. België, Geel, St-Dimpnakerk.
Vader doodt eigenhandig zijn dochter en haar geestelijk leidsman Gerebern.

http://www.heiligen.net/afb/05/30/05-30-0700-dimfna_16.jpg

Feest 30 mei.

Hun verhaal speelt zich af tegen het einde van de 7e eeuw, terwijl de oudste versie van de legende voor het eerst werd opgeschreven rond het jaar 1200. Niet de historische betrouwbaarheid is dus het belangrijkste van dit verhaal, maar de boodschap, de bewondering en de geloofsovertuiging die eruit spreken.

Legende
De legende weet te vertellen dat Dimfna een dochter was van een heidense Ierse koning en een christengelovige koningin. Toen de koningin niet lang na Dimfna’s geboorte overleed, werd haar opvoeding, zoals toen niet ongebruikelijk was, aan anderen overgelaten. Die mensen waren christen. Zonder medeweten van haar vader liet de jonge Dimfna zich dopen en beloofde in de stilte van haar gebed voor de rest van haar leven uit eerbied voor God maagd te blijven. Gerebern was de priester die haar het doopsel toediende en waarschijnlijk bevestigde in haar vrome plannen.

Intussen zocht de koning naar een waardige plaatsvervangster voor zijn overleden gemalin. Maar de enige die haar enigszins in schoonheid en karakter benaderde,… was zijn eigen dochter: Dimfna. Met haar wilde hij dus in het huwelijk treden. Dimfna vluchtte in gezelschap van haar geestelijk leidsman, Gerebern, en van een hogere ambtenaar en diens vrouw. Ze zochten een goed heenkomen in de Belgische Kempen, maar werden er tenslotte door de fanatieke koning achterhaald. Hij doodde eerst de priester Gerebern. Toen zijn hardnekkig aanhouden bij zijn dochter geen resultaat bleek te hebben, bracht hij in blinde woede met één houw van zijn zwaard ook haar om het leven.

Dit drama moet zich afgespeeld hebben in de omgeving van Geel (te Westerlo?) in de tweede helft van de 7e eeuw. De legende weet nog te vertellen dat de vorst zijn straf niet ontging: hij werd krankzinnig van verdriet, eenzaamheid en wroeging.

Dat is er dan ook de reden van dat tot op de dag van vandaag het plaatsje Geel bekend staat om zijn opvang van geestelijk gehandicapten.

Verering & Cultuur
In de 13e eeuw werden haar relieken naar de kerk van Geel overgebracht. Daar werd een tegel met haar naam bewaard die ter genezing om de hals van krankzinnigen werd gehangen. In Geel verzorgt men al sinds de middeleeuwen geesteszieken door hen op te nemen en aan het arbeidsproces te laten deelnemen met de heilige als schutspatrones. Elke vijf jaar vindt er een grote ommegang plaats, de Dymfnaprocessie).
In het Ierse Monaghan wordt zij vereerd als St Damnat.
De relieken van Dimfna rusten nog in Geel, maar die van Gerebern werden geroofd door ‘heilige rovers uit Xanten’ aan de Rijn.
Dimfna wordt aangeroepen tegen krankzinnigheid, toevallen en duivelse bezetenheid; ook tegen slaapwandelen.

Afgebeeld.
Zij wordt afgebeeld met een kroon op haar hoofd (verwijst naar haar koninklijke afkomst); vaak heeft zij een zwaard bij zich (verwijst naar haar marteldood).