18 nov - zaterdag
Hele dag
Plaats:
Geen
Van
Philippine Duchesne; Saint-Charles, Missouri (Noord-Amerika); kloosterlinge & missionaris; † 1852.
Feest 18 november.
Zij werd op 29 augustus 1769 geboren te Grenoble, een stad tegen de Alpen in het oosten van Frankrijk. Haar vader was advocaat. Hij bracht zijn dochter groot in een antikerkelijke, maar verdraagzame sfeer. Op 16-jarige leeftijd trad zij in bij de Zusters Visitandinnen. Tegen de zin van haar ouders.
Maar deze Congregatie raakte verstrooid tijdens de Franse Revolutie, zodat zij vanaf 1791 religieus gesproken dakloos was. Ze keerde terug naar huis en wijdde zich aan werken van naastenliefde: ze gaf – in die tijd! – godsdienstles aan kleine kinderen en bezorgde onderdak voor tientallen verdreven en vogelvrije priesters. Tot bewondering van haar ouders. Nadat in 1794 de ergste woede van de Revolutie voorbij was, kocht haar vader voor haar het voormalige kloostergebouw op. Zij probeerde de zusters weer bij elkaar te krijgen, maar dat mislukte. Bij toeval kwam zij in aanraking met Madeleine-Sophie Barat († 1865; feest 25 mei)die juist een nieuwe zustercongregatie was begonnen: het Instituut van het Heilig Hart (Institut du Sacré Coeur). Op 13 december nam Madeleine Barat het kloostergebouw in Grenoble over en maakte het tot een vestiging van haar nieuwe Instituut. Philippine trad direct toe, samen met nog enkele vrouwen. Madeleine Barat bleef een heel jaar om de nieuwe zusters als novicemeesteres te begeleiden bij hun eerste stappen in het nieuwe religieuze leven. Philippine had een rijk geestelijk leven, waarin zij opvallende genadegaven ontving. Zijzelf schrijft dat zij overstelpt werd met geestelijke vreugden.
Ze wilde dolgraag naar de missie in Amerika om de liefde van Jezus’ Heilig Hart ook te brengen bij arme mensen die nog nooit van Hem hadden gehoord. Maar Moeder Madeleine achtte het nieuwe Instituut nog te zwak voor een overzeese onderneming. Zij maakte Philippine tot haar persoonlijke rechterhand. Totdat in 1817 de bisschop van Louisiana vroeg om krachtige zusters. Toen stond moeder Madeleine haar rechterhand grootmoedig af.
In 1818 maakte Philippine in gezelschap van nog vier zusters de oversteek naar Noord-Amerika en stichtte in Saint-Charles een vestiging van het Instituut van het Heilig-Hart. Dat eerste huis was niet meer dan een houten blokhut. Ze had er te kampen met alle moeilijkheden die bij zo’n pioniersbestaan horen: de bittere kou, geldgebrek en keihard werken. Bovendien had ze als Française buitengewoon veel moeite met de Engelse taal. Met haar vier medezusters wist ze echter stand te houden, en in 1820 opende zij het eerste schooltje dat gratis toegankelijk was voor de immigranten die zich ter plaatse hadden gevestigd.
In 1828 zijn het er al zes. Intussen meldden zich ook meisjes die zuster wilden worden. Er werd dus ook een noviciaat geopend. In de volgende jaren stond ze aan de basis van nog een aantal nieuwe vestigingen op verschillende plaatsen. Maar het meest verlangde ze ernaar – diep in haar hart – om te midden van de inlandse Indianen te kunnen werken. Maar daar leek ze toch te oud voor geworden. Ze was 72, toen ze van alle verantwoordelijkheden ontslagen werd. Intussen was er een schooltje geopend temidden van de Potawatomi-indianen te Sugar-Creek in de staat Kansas. Het was de jezuïetendirecteur die uitdrukkelijk om haar komst vroeg: “Wat doet het ertoe dat ze al oud is? Ze zal ons tot grote steun zijn met haar ervaring, levenswijsheid, moed en ondernemingsgeest, en niet te vergeten door haar gebed.”
Het zou haar slechts één jaar vergund zijn temidden van de indianen door te brengen. Maar die tijd was genoeg om van hen de vererende bijnaam te ontvangen ‘de eeuwig biddende vrouw’. Om gezondheidsredenen moest ze in juli 1842 terug naar Saint-Charles. Op haar sterfbed verzuchtte ze:
“Zelfs nu nog brandt in mijn hart hetzelfde verlangen om naar de missie in de Rocky Mountains te vertrekken, als destijds in Frankrijk, toen ik ernaar verlangde om hier naar Amerika te komen.”
Ze stierf op 18 november 1852, 83 jaar oud.
Verering & cultuur
In 1952, honderd jaar na haar dood, leven er meer dan duizend zusters van het Heilig-Hart in de Verenigde Staten van Amerika, die 8 colleges, 28 pensionaten en een veelvoud aan lagere scholen leiden. Daarnaast zijn er nog meer dan 6000 werkzaam in 30 andere landen.
Philippine werd heilig verklaard in 1988.
_______________________________________________________________________________________________________________________________
Wijding van de basilieken van Sint Petrus en Sint Paulus, Rome, Italië; resp. 1626 en 1854.
Afbeelding Sint Pieter en Sint Paulus buiten de Muren.
Feest 18 november.
Op 18 november 1626 werd de geheel vernieuwde Sint-Petruskerk ( ‘Sint-Pieter’) ingewijd. Zij gaat terug op een stichting van keizer Constantijn († 337; feest 21 mei). Op de plek waar Sint Petrus was begraven, liet hij ter ere van de prins der apostelen een basilica bouwen, en voegde er voor de ingang een zuilenportiek (of atrium) aan toe.
Waar de ronding van de apsis begon, liet hij een dwarsschip bouwen, zodat de kerk het grondpatroon vertoonde van een Latijns kruis. Op de kruising (‘viering’) van schip en dwarsarm bevond zich het zogeheten ‘martyrium’, de plek waar zich de sarcofaag van de martelaar Sint Petrus bevond. Zo kon ze van alle kanten door pelgrims worden gezien en vereerd.
In de afgelopen eeuwen hebben wetenschappers herhaaldelijk onderzoek gedaan naar de historische betrouwbaarheid van Petrus’ graf. Telkens kwamen ze weer tot de conclusie dat het graf met de grootste waarschijnlijkheid inderdaad de resten bevat van Sint Petrus. Of minstens het stoffelijk overschot van iemand uit de eerste eeuw, waarvan de resten met de grootste eerbied en zorgvuldigheid waren behandeld en voorzien van de aantekening dat het om de heilige apostel Petrus ging. Bovendien waren die resten zeer wel in overeenstemming te brengen met de gegevens die men van elders Petrus kende…
Toen de kerk in de 15e eeuw tot een ruïne was vervallen gaf paus Nicolaas V († 1455) de opdracht tot restauratie. Vervolgens gebeurde er niet veel. Het was paus Julius II († 1513) die de herbouw energiek ter hand nam en de grootste kunstenaars uit geheel Italië inschakelde, zoals Bramante († 1514), Rafaëllo († 1520) en Michelangelo († 1564). Het resulteerde in het imposante gebouw zoals we dat kennen tot op de dag van vandaag. De inwijding vond pas plaats op 18 november 1626 onder paus Urbanus VIII († 1644).
De inwijding van de kerk van Sint-Paulus-buiten-de-Muren (San Paolo fuori le Mura) gebeurde op 10 december 1854 door paus Pius IX († 1878; feest 7 februari). Zij was uit haar as herrezen sinds een bouwvakker in 1823 bij herstelwerkzaamheden op het dak een vuurpan had laten branden. De kerk uit de 4e eeuw was met kerkschatten en al volkomen door het vuur verwoest; er restte niet meer dan een rokende puinhoop waaruit wat verkoolde zuilstompen omhoog staken.
De oorspronkelijke basiliek was in 324 of 326 gesticht door keizer Constantijn en stond op de plek waar vrouwe Lucina († 1e eeuw; feest 30 juni) de Apostel der Heidenen had begraven. Er had al sinds paus Anacletus († 88; feest 26 april) een gebedskapelletje gestaan. De pausenkroniek (‘Liber Pontificalis’) zegt dat Constantijn ‘er een basiliek bouwde voor de apostel Paulus, wiens stoffelijke resten hij in een schrijn legde en afsloot, precies zoals hij met die van Sint Petrus had gedaan’. Nog in diezelfde eeuw moest de kerk worden uitgebreid omdat ze te klein was geworden voor de toeloop van de vele toeristen.